Pancratiusparochie Sloten






Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Pancratiusparochie op Twitter volg Pancratiusparochie op Facebook

Feest van de Gedaanteverandering van de Heer

gepubliceerd: maandag, 1 juli 2013
Feest van de Gedaanteverandering van de Heer

6 au­gus­tus viert de kerk het feest van de Gedaante­ver­an­de­ring van de Heer.

Vanouds werd dit feest van de Heer, op deze dag, op vele plaatsen in het Oosten en Westen gevierd. In de vijf­tien­de eeuw verbreidde paus Callixtus iii het over de gehele Kerk. De liturgie herinnert ons tweemaal per jaar aan het won­der van de gedaante­ver­an­de­ring: op de tweede zon­dag van de Veer­tig­da­gen­tijd -om de god­heid van Christus te beves­tigen bij het naderen van zijn Lijden- en vandaag -om de verhef­fing van Christus in zijn heer­lijk­heid te vieren.

De gedaante­ver­an­de­ring van de Heer is bovendien een voorproef op de heer­lijk­heid van de hemel, waar wij God van aange­zicht tot aange­zicht zullen aanschouwen. Dank zij de genade delen wij reeds in deze belofte van het eeuwige leven.

Een medi­ta­tie

Wanneer Christus zich open­baart, zullen wij aan Hem gelijk zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is.

Jezus had de zijnen zijn lij­den, dat aanstaande was, aan­ge­kon­digd, evenals de smarten die Hij zou moeten onder­gaan door toedoen van de joden en hei­denen. En Hij spoorde hen aan Hem te volgen op de weg van het kruis en het offer.

Enkele dagen na deze gebeur­te­nissen, die zich vol­trok­ken in de streek van Caesarea van Filippus, wilde Hij hun geloof ver­ster­ken, want -zoals de heilige Thomas leert- om rechtdoor een weg te kunnen volgen, moet men eerst op een of andere manier het doel waar men zich naar toe begeeft kennen: zoals de boogschutter niet succes­vol de pijl kan afschieten, als hij niet eerst kijkt naar het doel waarop hij hem richt.

En dat is vooral nodig, wanneer de route ruw en moei­lijk is en de weg moei­zaam... Daarom was het passend, dat Hij zijn leer­lin­gen de heer­lijk­heid van zijn glorie open­baarde - dat is het­zelfde als van gedaante ver­an­de­ren-, want in die hel­der­heid zal Hij voor de zijnen van aanschijn ver­an­de­ren.

Ons leven is een weg naar de hemel. Maar het is een weg die vaak via het kruis en het offer loopt. Tot het laatste ogen­blik toe zullen we tegen de stroom in moeten strij­den, en het is moge­lijk dat ook wij in de beko­ring komen om de overgave die de Heer van ons vraagt te doen samen­gaan met een ge­mak­ke­lijk, wellicht kleinbur­ger­lijk leven, zoals dat van zovelen die hun gedachten uit­slui­tend gericht hou­den op mate­rië­le zaken.

Hebben wij niet vaak de beko­ring gevoeld te geloven, dat het moment geko­men is om het chris­ten­dom te ver­an­de­ren in iets ge­mak­ke­lijks, om het comfortabel te maken, zon­der enige opoffe­ring; om het in overeenstem­ming te brengen met de gemak­zuch­tige, elegante en gebruike­lijke levens­vor­men van de anderen en de wereldse levens­wij­ze?

Maar zo is het niet!... Het chris­ten­dom kan niet zon­der het kruis: het chris­te­lijke leven is niet moge­lijk zon­der de zware en grote last van de plicht... Als wij die uit ons leven zou­den trachten te bannen, zou­den we ons­zelf illusies scheppen en het chris­ten­dom ver­zwak­ken; we zou­den het hebben omge­vormd in een weke en gemak­zuch­tige levensin­ter­pre­ta­tie. Dit is niet het pad dat de Heer aangeeft.

De leer­lin­gen waren blijk­baar diep ontred­derd, toen zij de gebeur­te­nissen van het Lijden mee­maak­ten. Daarom nam de Heer drie van hen, juist degenen die Hem zou­den ver­ge­zel­len in zijn doodsstrijd in Getsemani, met zich mee naar de top van de berg Tabor om daar zijn heer­lijk­heid te aanschouwen.

Daar toonde Hij zich in de souvereine hel­der­heid die Hij voor deze mannen zicht­baar wilde maken, door het gees­te­lij­ke te weer­spie­gelen op een voor de men­se­lijke natuur aangepaste wijze. Want, nog omgeven door het ster­fe­lijk vlees, zou­den zij onmoge­lijk dat onuitspreke­lijke en ontoe­gan­ke­lijke visioen kunnen zien en aanschouwen, dat in het eeuwige leven is weg­ge­legd voor de zuiveren van hart dat ons te wachten staat, als wij dage­lijks trouw proberen te zijn.

Ook ons wil de Heer sterken met de hoop op de hemel die ons wacht, met name wanneer de weg soms moei­lijk wordt en ont­moe­di­ging opdoemt. Wanneer wij dan denken aan wat ons te wachten staat, zullen we steun vin­den om sterk te zijn en vol te hou­den.

Laten we altijd de plaats voor ogen hou­den die God onze Vader voor ons bereid heeft en waarheen we onderweg zijn. Iedere dag brengt ons weer een stapje dich­ter­bij.

Het voor­bij­gaan van de tijd is voor de christen geenszins een tragedie; integen­deel, het verkort de weg die we moeten afleggen naar de uit­ein­delijke omhel­zing met God: de zo lang verwachte ont­moe­ting.

(van http://www.deboog.nl/Spreken-met-God)