Pancratiusparochie Sloten






Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Pancratiusparochie op Twitter volg Pancratiusparochie op Facebook

Ja, wij willen vrede

Preek tijdens gebedswake voor de vrede - Sint Pietersplein

gepubliceerd: woensdag, 11 september 2013
Ja, wij willen vrede

“God zag dat het goed was” ( Gen. 1, 12.18.21.25). Het Bijbel­ver­haal over het begin van de ge­schie­de­nis van de wereld en de mens­heid spreekt ons over God die naar de schep­ping kijkt, die haar bijna schouwt, en die herhaalt: het is goed.

Dier­ba­re broe­ders en zusters, dat brengt ons binnen in Gods hart en van daaruit ont­van­gen wij Zijn bood­schap.

Wij kunnen ons de vraag stellen: wat betekent die bood­schap? Wat zegt die bood­schap mij, u, ons allen?

Zij zegt ons een­vou­digweg dat onze wereld in het hart en de gedachte van God, het huis is van harmonie en vrede en de plaats waar ie­der­een zijn plaats kan vin­den en zich thuis kan voelen, omdat het goed is.

Al wat geschapen is, vormt een harmonieus, goed geheel, maar vooral de mensen, gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis, zijn één enkele familie waarin de relaties getekend zijn door ware broe­der­schap en dit niet alleen met woor­den: de ene en de andere zijn de broe­der en de zuster om te beminnen en de relatie met God die liefde, trouw en goed­heid is, weer­spie­gelt zich in alle relaties tussen de mensen en brengt harmonie in heel de schep­ping.

Gods wereld is een wereld waarin ie­der­een zich verant­woor­de­lijk voelt voor de ander, voor het wel­zijn van de ander. Vanavond kan ieder van ons, kunnen wij allen in onze over­we­ging, in het vasten, in het gebed, in het diepste van zich­zelf denken: is het mis­schien niet die wereld die wij verlangen?

Is het mis­schien niet die wereld die wij allen in ons hart dragen? Is de wereld die wij willen, mis­schien niet een wereld van harmonie en vrede in ons­zelf, in de relaties met de anderen, in de ge­zin­nen, in de ste­den, in en tussen de volken?

En is ware vrij­heid in de keuze van de wegen om in deze wereld te bewan­de­len, mis­schien niet gericht op het wel­zijn van allen en geleid door de liefde?

Maar stellen wij ons nu de vraag: is dat de wereld waarin wij leven? Het geschapene bewaart zijn schoon­heid die ons met verruk­king vervult en blijft een goed werk.

Maar er is ook geweld, ver­deeld­heid, conflict, oorlog. Dat gebeurt wanneer de mens, hoogte­punt van de schep­ping, de blik afwendt van de horizont van schoon­heid en goed­heid en zich in zijn egoïsme opsluit.

Wanneer de mens alleen aan zich­zelf denkt, aan zijn eigen­be­lang en zijn plaats in het centrum, wanneer hij zich laat mislei­den door de afgo­den van dominantie en macht, wanneer hij zich op Gods plaats stelt, bederft hij alle relaties, vernie­tigt hij alles; en opent hij de deur voor geweld, onver­schil­lig­heid, conflict. Dat is precies wat ons de passage uit Genesis die over de zonde van de mens ver­telt, wil laten begrijpen: de mens treedt in conflict met zich­zelf, bemerkt dat hij naakt is en ver­bergt zich omdat hij angst heeft (Gen. 3,10), hij heeft angst voor de blik van God; hij beschul­digt de vrouw, zij die vlees is van zijn vlees (Gen. 3, 12); hij verbreekt de harmonie met het geschapene, heft zelfs de hand op tegen zijn broe­der om hem te doden. Kunnen wij zeggen dat de harmonie disharmonie gewor­den is? Nee, disharmonie bestaat niet: ofwel is er harmonie ofwel vervalt men in chaos waar geweld is, ruzie, conflict, angst ...

Het is juist in die chaos dat God aan het geweten van de mens vraagt: “Waar is uw broe­der, Abel?”. En Kaïn ant­woordt: “Ik weet het niet. Ben ik soms de hoe­der van mijn broe­der?” (Gen. 4, 9).

Deze vraag is ook tot ons gericht en het zou goed zijn dat wij ons afvragen: ben ik de hoe­der van mijn broe­der? Ja, je bent de hoe­der van je broe­der! Mens zijn betekent hoe­der zijn van elkaar!

Wanneer de harmonie verbreekt, volgt in tegen­deel een metamorfose: de broe­der die moet gehoed en bemind wor­den, wordt de tegen­stan­der die moet bestre­den, uitgeschakeld wor­den.

 Hoeveel geweld ont­staat op dat ogen­blik, hoeveel con­flic­ten, oorlogen hebben onze ge­schie­de­nis getekend! Het vol­staat het lij­den te zien van zo veel broe­ders en zusters. Het gaat niet om iets conjunctureel, maar het is de waar­heid: in ieder geweld en iedere oorlog, laten wij Kaïn herboren wor­den!

Ook vandaag zetten wij deze ge­schie­de­nis van conflict tussen broe­ders ver­der, ook vandaag heffen wij de hand op tegen degene die onze broe­der is. Ook vandaag laten wij ons lei­den door afgo­den, egoïsme, eigen­be­lang; en die hou­ding duurt ver­der: wij hebben onze wapens geperfectio­neerd, ons geweten is ingeslapen, wij hebben onze zelf­recht­vaar­di­ging subtieler gemaakt. Alsof het iets normaal is, blijven wij vernieling, leed, dood zaaien!

Geweld en oorlog brengen alleen dood, spreken over moord! Geweld en oorlog zijn de taal van de dood!

Na de chaos van de zondvloed, hield het op met regenen: men zag de regenboog en de duif bracht een palmtak. Ook vandaag denk ik aan die olijf­boom die de ver­schil­lende gods­diensten ver­te­gen­woor­digt en die wij in het jaar 2000 in Buenos Aires op de Piazza de Mayo geplant hebben en waarbij wij vroegen dat er geen chaos, geen oorlog meer zou zijn, dat er vrede zou zijn.

Op dit punt, vraag ik mij af: is het moge­lijk een andere weg te gaan? Kunnen wij uit die spiraal van lij­den en dood geraken? Kunnen wij opnieuw leren stappen en wegen van vrede begaan? Gods hulp inroepend, onder de moe­der­lijke blik van de Maagd Maria Salus Populis Romani, Koningin van de Vrede, wil ik ant­woor­den: ja, het is voor ie­der­een moge­lijk!

Vanavond zou ik willen dat vanuit alle delen van de wereld de kreet opklinkt: ja, dat willen wij allemaal! Of beter, ik zou willen dat ieder van u, van de kleinste tot de grootste, allen die ge­roe­pen zijn de volken te regeren, zou­den ant­woor­den: ja, wij willen het!

Mijn chris­te­lijk geloof spoort me aan naar het kruis te kijken. Hoezeer zou ik willen dat alle mannen en vrouwen van goede wil gedurende een moment naar het kruis kijken! Daar kan men Gods ant­woord lezen : daar wordt geweld niet met geweld beant­woord, dood niet met de taal des doods. In de stilte van het kruis zwijgt het wapen­ge­luid en spreekt de taal van ver­zoe­ning, ver­ge­ving, dialoog, vrede.

Ik zou de Heer van­avond willen vragen dat wij, chris­te­nen, broe­ders van andere gods­diensten, dat elke man en vrouw van goede wil met kracht uitroept: geweld en oorlog zijn nooit wegen van vrede!

Moge ieder zich erop toeleggen in het diepste van zijn geweten te kijken en daar dit woord te horen: kom uit je belangen die je hart doen wegkwijnen, overstijg de onver­schil­lig­heid voor de andere die uw hart ongevoelig maakt, overwin uw dode­lijke redenen en stel u open voor dialoog, voor ver­zoe­ning: kijk naar het leed van uw broe­der en voeg er geen ander leed aan toe, hou uw hand tegen, her­bouw de harmonie die verbroken werd; en dat niet met conflict maar door ont­moe­ting! Mogen de wapens zwijgen!

Oorlog betekent altijd het mislukken van de vrede, oorlog is altijd een nederlaag voor de mens­heid. Nogmaals klinken de woor­den van Paulus VI: “Niet meer de enen tegen de anderen, nooit meer! ... Nooit meer oorlog, nooit meer oorlog!”.

“Vrede wordt alleen sterker door vrede, die onafschei­de­lijk is van de vereisten van de recht­vaar­dig­heid, maar gevoed wordt door zelfopoffe­ring, mededogen, erbarmen, naasten­liefde”.

Verge­ving, dialoog, ver­zoe­ning zijn woor­den van vrede: in het veelge­liefde Syrische volk, in het Midden Oosten, overal in de wereld! Bidden wij voor ver­zoe­ning en voor vrede, werken wij aan ver­zoe­ning en vrede en wor­den wij allen, in alle mid­dens, mannen en vrouwen van ver­zoe­ning en vrede!

Amen.