Pancratiusparochie Sloten






Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Pancratiusparochie op Twitter volg Pancratiusparochie op Facebook

Johannes van het Kruis (Juan de la Cruz)

kerkleraar & mysticus

gepubliceerd: maandag, 9 december 2013
Johannes van het Kruis (Juan de la Cruz)

14 de­cem­ber viert de kerk het hoog­feest van Johannes van het Kruis. De heilige Johannes van het Kruis (1542-1591) is een van de be­lang­rijk­ste mystici van de Katho­lie­ke Kerk.

Juan de Santa María de Yepes werd op 24 juni 1542 geboren in het Spaanse plaatsje Fontiveros bij Salamanca als zoon van een wever. Als jong vol­was­se­ne ging hij zieken verplegen in Medina del Campo en trad in 1563 in bij de karmelieten onder de naam Johannes van St-Mattias. Zijn studies deed hij in Salamanca.

Na een ont­moe­ting in 1568 met Sint Theresia van Ávila (&dag­ger; 1582; feest 15 ok­to­ber) was hij gegrepen door haar ideaal en begon de manne­lijke tak van de Karmel te her­vor­men, zoals zij het deed bij de vrouwe­lijke: dat was het begin van de ongeschoeide karmelieten (Carmelitas Descalzos).

In 1574 kwam hij met Sint Theresia naar Segovia en droeg hier de eerste mis op in het door haar gestichte klooster van ongeschoeide karme­lie­tes­sen.

Het eerste klooster voor ongeschoeide Karmelieten stichtte hij in Duruelo en ver­an­der­de zijn naam in Johannes van het Kruis. In 1586 stichtte hij buiten Segovia een mannen­kloos­ter van ongeschoeide karmelieten en was hier van 1588 tot 1591 prior.

Zijn pogingen om de orde te her­vor­men stuitten op veel weerstand en onbegrip. In 1577 werd hij zelfs in Toledo gevangen gezet. Hij was naast pries­ter ook dichter, mysticus en theoloog.

Zijn mys­tieke werken 'La subida del Monte Carmelo' (= 'De bestij­ging van de berg Karmel'), 'La noche oscura del alma' (= 'De donkere nacht van de ziel') en 'La llama de amor' (= 'De vlam van de liefde'), vormen hoogte­pun­ten in de ge­schie­de­nis van de katho­lie­ke mys­tiek.

Zijn theo­lo­gisch hoofd­werk was 'Cántico espiritual' (= 'Gees­te­lij­ke lofzang'), een samen­spraak tussen de ziel en Christus, geïnspireerd op het Hoog­lied in de bijbel.

Al zijn werken zijn pas na zijn dood ge­pu­bli­ceerd. Men zegt, dat mede­broe­ders uit zijn klooster van de ongeschoeide karmelieten bij zijn dood zijn ziel zagen opstijgen in de vorm van een vurige aardbol.

Donkere nacht van de ziel

Johannes van het Kruis heeft ge­schre­ven over de donkere nacht van de ziel. De donkere nacht staat voor een pijn­lijke periode in het leven, waarin God op heel andere manier aan het werk is in de mens, met het doel deze te bevrij­den.

In een nacht, aardedonker,
in brand geraakt en radeloos van liefde,
- en hoe had ik geluk! -
ging ik eruit en niemand
die 't merkte - want mijn huis lag reeds te slapen

In 't donker, geheel veilig
langs de geheime trap en in vermom­ming,
- en hoe had ik geluk! -
in 't donker, ongezien ook,
want alles in mijn huis lag reeds te slapen.

In de nacht die de kans geeft,
in het geheim, zodat geen mens mij zien kon en ook ik zelf niets waarnam:
ik had geen ander leidslicht
dan wat er in mijn eigen binnenst brandde.

Dat was het dat mij leidde
- zeker­der dan het zonlicht op de mid­dag -
daarheen waar op mij wachtte,
van Wie ik zeker zijn kon
en op een plaats waar niemand ooit zou komen.

0 nacht die mij geleid hebt!
0 nacht, mij liever dan het morgengloren!
0 nacht die hebt verenigd
Beminde met beminde,
beminde, opge­gaan in de Beminde!

Aan mijn borst, wei vol bloemen,
Hem alleen, onbetre­den voorbe­hou­den,
daar is Hij ingeslapen
en heb ik Hem geliefkoosd
en gaf de waaier van de ceders koelte.

De koelte van de tinnen
kwam, onderwijl ik door zijn haren been streek,
met haar hand, licht en rus­tig,
mij aan de hals verwon­den
en stelde al mijn zinnen buiten wer­king.

Mijzelf liet ik, vergat ik;
ik druk het gelaat aan mijn Beminde;
het al stond stil, ik liet mij gaan,
liet al mijn zorgen liggen:
tussen de witte leliën vergeten.