Blasiuszegen
1 & 2 februari

Het komend weekend ontvangen wij de Blaziuszegen: pastoor houdt bij elk twee gekruiste kaarsen voor de keel en spreekt een gebed uit. Waar komt deze traditie vandaan?
Overweging van Blasius (heiligen.net)
Ouderen onder u zullen mij nog wel kennen. Of minstens mijn zegen: de Blasiuszegen. De priester trok na de mis zijn kleurige kazuifel uit, en kwam terug in witte albe met twee lange kaarsen in de hand. Alle mensen in de kerk stelden zich op in een rij voor de priester. Hij hield de kaarsen gekruist in de linkerhand, legde ze zo op je schouders links en rechts van je keel, en bad een gebedje: “Door de voorspraak van de heilige bisschop en martelaar Blasius moge God u van elke keelziekte en ander kwaad bevrijden. In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.”
Daarbij maakte hij met zijn rechterhand een zegengebaar. Gaat u eens naar de Sint-Janskathedraal in Den Bosch. Daar vindt u aan het plafond een prachtige afbeelding van mij: ik ben herkenbaar aan mijn bisschopsmijter en de twee gekruiste kaarsen in mijn hand. De koster heeft er zelfs een vergrotende spiegel bijgezet, zodat u mij des te beter kunt zien.
U vraagt zich natuurlijk af, waarom het gebruik van de Blasiuszegen met mijn persoon verbonden was. U moet weten dat in mijn tijd het christendom door de Romeinse overheid verboden was. De staatspolitie heeft er van alles aan gedaan mij op te sporen. Op aanraden van mijn gelovigen was ik ondergedoken in de bossen. Maar zoals u weet hielden de Romeinen van circusspelen.
Dat was wat anders dan tegenwoordig. In die tijd betekende het bijvoorbeeld dat ter dood veroordeelde gevangenen voor het oog van duizenden brullende toeschouwers in een kooi moesten vechten met wilde dieren totdat ze waren verscheurd. Daar hadden ze telkens nieuwe beesten voor nodig. Welnu, tijdens zo’n jacht op beesten voor het circus ontdekten ze bij toeval mijn schuilplaats.
Prompt werd ik gearresteerd en meegenomen. De rechter probeerde mij met folteringen tot zoals hij het noemde betere gedachten te brengen. Maar ik besefte hoe Jezus op dezelfde manier voor zijn rechters en beulen had gestaan. En dat gaf me moed.
Tenslotte werd ik ter dood veroordeeld. Net als bij Jezus gebeurde de terechtstelling buiten de stad.
Onderweg stond er temidden van alle schreeuwende toeschouwers een moeder langs de route met een klein kind. Ze drong zich door de soldaten heen, klampte mij vast en vroeg mij om mijn zegen. Haar kind had een visgraat ingeslikt; die was in zijn keel blijven steken: het dreigde te stikken. U kunt zich voorstellen: ik had wel wat anders aan mijn hoofd. Pijn en woede kunnen je zo opsluiten in je eigen gevoelswereld dat er voor anderen even geen plaats meer is. Maar mij schoot Jezus te binnen. Hoe hij zelfs bij zijn arrestatie een van zijn aanvallers had genezen toen die aan zijn oor gewond was geraakt. En dit was een onschuldig kind. Ik legde dus mijn hand op het hoofdje, heel even maar, want toen werd ik weggerukt door mijn bewakers die mij voortsleepten.
U weet hoe het afliep. De visgraat schoot los en het kind was genezen.
Ik weet niet of ze bij u in de kerk nog de Blasiuszegen geven. Maar zijn er geen dingen die u soms in het verkeerde keelgat schieten? Of dingen die u niet door de strot kunt krijgen? Dingen die u bij de keel grijpen en dreigen te verstikken? Of misschien wel omgekeerd: dat u gulzig of onmatig bent in eten en drinken… Dat u te gemakkelijk van innemen bent.
Ja zelfs als de Blasiuszegen niet meer wordt gegeven, kunt u misschien toch dat gebedje nog bidden: “Door de voorspraak van de heilige bisschop en martelaar Blasius moge God mij van elke keelziekte en ander kwaad bevrijden. In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.” En vergeet dan niet goede mensen in uw omgeving om hulp te vragen.