Ontzag (overgave aan de goedheid)
de zeven gaven van de Heilige Geest

Dit is het zevende en laatste deel in de catecheseserie over de gaven van de Heilige Geest. Paus Franciscus sprak eerder over de gaven van wijsheid, van begrip, van raad, van sterkte, van kennis en godsvrucht.
Tijdens de algemene audiëntie van 11 juni sprak paus Franciscus over de gave van de ontzag.
Geliefde broers en zussen, goededag.
De gave van ontzag voor God waarover we het vandaag hebben, is de afronding van de reeks over de zeven gaven van de Heilige Geest. Ze betekent niet: God vrezen. We weten immers dat God Vader is, dat Hij van ons houdt en onze verlossing wil, en altijd schenkt Hij vergiffenis, altijd; er is dus geen reden om God te vrezen. Ontzag voor God is de gave van de Geest die ons eraan herinnert hoe klein we tegenover God en zijn liefde zijn en dat ons welzijn erin bestaat ons nederig, met eerbied en vertrouwen aan zijn handen toe te vertrouwen. Dat is het ontzag voor God: overgave aan de goedheid van onze Vader die ons bijzonder liefheeft.
Wanneer de Heilige Geest in ons komt wonen, stort Hij troost en vrede in ons en brengt ons ertoe ons te voelen zoals we zijn, dat wil zeggen: klein, met die houding – door Jezus in het Evangelie sterk aanbevolen – van iemand die al zijn zorgen en verwachtingen aan God toevertrouwt en zich geborgen weet en gesteund door zijn warmte en bescherming, precies zoals een kindje met zijn papa! Dat bewerkt de Heilige Geest in onze harten: Hij geeft ons het gevoel van kindjes in de armen van onze papa. Zo begrijpen we dat ontzag voor God in ons de vorm aanneemt van volgzaamheid, van erkentelijkheid en van lofprijzing en zo ons hart vervult van hoop. Vaak slagen we er niet in de bedoeling van God te verstaan en stellen we vast dat we er op eigen kracht niet in slagen het geluk en het eeuwig leven te bereiken. Het is precies bij de ervaring van onze grenzen en onze armoede dat de Geest ons moed inspreekt en ons doet zien dat het enig belangrijke erin bestaat ons door Jezus in de armen van zijn Vader te laten voeren.
Daarom hebben we grote nood aan deze gave van de Heilige Geest. Ontzag voor God doet ons verstaan dat alles genade is en dat onze ware sterkte alleen in de navolging van Jezus bestaat en in het aanvoelen dat de Vader zijn goedheid en barmhartigheid over ons kan uitstorten. Het hart openen zodat de goedheid en barmhartigheid van God tot ons komen. Dat bewerkt de Heilige Geest bij middel van de gave van ontzag voor God: Hij opent de harten zodat de vergiffenis, de barmhartigheid, de goedheid en de liefkozingen van de Vader ons bereiken, want we zijn kinderen die oneindig bemind worden.
Wanneer we doordrongen zijn van ontzag voor God, zijn we geneigd de Heer met nederigheid, volgzaamheid en gehoorzaamheid te volgen. Niet met een houding van onderwerping, passief, zelfs klagend, maar met de verbazing en de vreugde van een kind dat zich door de Vader geholpen en bemind weet. Ontzag voor God maakt van ons geen angstige Christenen die het opgeven, maar het wekt moed en kracht in ons! Het is en gave die ons tot overtuigde en enthousiaste Christenen maakt, niet door angst aan de Heer onderworpen, maar ontroerd en gewonnen door zijn liefde! Door Gods liefde veroverd! Dat is iets zeer mooi. Ons laten veroveren door de liefde van papa die ons intens, met heel zijn hart, bemint.
Maar, laten we oppassen, want de gave van God, de gave van ontzag voor God, is ook een alarmsignaal ten aanzien van de hardnekkigheid van de zonde. Wanneer iemand slecht leeft, wanneer men God vervloekt, wanneer men anderen uitbuit, wanneer men anderen tiranniseert, wanneer men alleen voor het geld leeft, alleen voor eigenwaan, macht, trots leeft, dan luidt het heilige ontzag voor God de alarmklok: Pas op! Met al die macht, met al dat geld, met al je trots, met al je eigenwaan, zul je niet gelukkig worden. Niemand zal het geld, de macht, de eigenwaan of de trots naar de overkant meenemen. Niets! Alleen de liefde van God Vader, de liefkozingen van God, aanvaard en ontvangen met liefde, kunnen we meenemen. En ook wat we voor anderen gedaan hebben, kunnen we meenemen. Hoed je er dus voor je hoop te stellen op geld, op trots, op macht, op eigenwaan want dat alles kan ons niets goeds beloven! Ik denk bijvoorbeeld aan mensen die over andere gezag uitoefenen en zich laten omkopen; denken jullie echt dat iemand die zich laat omkopen aan de overzijde gelukkig zal zijn? Neen, want de vrucht van zijn corruptie is een bedorven hart en hij zal het moeilijk hebben om naar de Heer te gaan. Ik denk aan zij die leven van mensenhandel en van slavenarbeid: denken jullie dat mensen die mensen verhandelen en mensen door slavenarbeid uitbuiten, de liefde van God in hun hart dragen? Neen, zij hebben geen ontzag voor God en zijn niet gelukkig. Ze zijn het niet. Ik denk aan hen die wapens produceren om oorlogen aan te wakkeren; wat een beroep is dat. Als ik nu de vraag zou stellen: wie van jullie produceert wapens? Zou het antwoord zijn: niemand, niemand. Wapenproducenten komen niet naar het Woord van God luisteren! Zij produceren dood, zijn handelaren van de dood en maken van de dood een handelswaar. Dat het ontzag voor God hen doet begrijpen dat alles ooit eindigt en dat ze aan God rekenschap zullen moeten geven.
Geliefde vrienden, psalm 34 leert ons als volgt bidden: “Deze arme mens riep, en de Heer gaf gehoor, Hij heeft mij bevrijd uit al mijn noden. De engel van de Heer zet wachtposten uit rond degenen die Hem vrezen: zo brengt Hij redding” (Ps. 34, 7-8). Vragen we aan de Heer de genade om onze stem te voegen bij die van de armen om de gave van ontzag voor God te verkrijgen en ons, samen met hen, te kunnen zien als bekleed met de barmhartigheid en met de liefde van God, die onze Vader is, onze papa. Het zij zo.