Pancratiusparochie Sloten






Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Pancratiusparochie op Twitter volg Pancratiusparochie op Facebook

Ontzag (overgave aan de goedheid)

de zeven gaven van de Heilige Geest

gepubliceerd: donderdag, 12 juni 2014
Ontzag (overgave aan de goedheid)

Dit is het zevende en laatste deel in de catechese­se­rie over de gaven van de Heilige Geest. Paus Fran­cis­cus sprak eer­der over de gaven van wijs­heid, van begrip, van raad, van sterkte, van kennis en gods­vrucht. 

Tijdens de algemene au­diën­tie van 11 juni sprak paus Fran­cis­cus over de gave van de ontzag.

 

Geliefde broers en zussen, goede­dag. 

De gave van ontzag voor God waarover we het vandaag hebben, is de afron­ding van de reeks over de zeven gaven van de Heilige Geest. Ze betekent niet: God vrezen. We weten immers dat God Vader is, dat Hij van ons houdt en onze verlos­sing wil, en altijd schenkt Hij ver­gif­fe­nis, altijd; er is dus geen reden om God te vrezen. Ontzag voor God is de gave van de Geest die ons eraan herinnert hoe klein we tegen­over God en zijn liefde zijn en dat ons wel­zijn erin bestaat ons nederig, met eerbied en ver­trouwen aan zijn han­den toe te ver­trouwen. Dat is het ontzag voor God: overgave aan de goed­heid van onze Vader die ons bij­zon­der liefheeft.

Wanneer de Heilige Geest in ons komt wonen, stort Hij troost en vrede in ons en brengt ons ertoe ons te voelen zoals we zijn, dat wil zeggen: klein, met die hou­ding – door Jezus in het Evan­ge­lie sterk aan­be­vo­len – van iemand die al zijn zorgen en ver­wach­tingen aan God toever­trouwt en zich geborgen weet en gesteund door zijn warmte en bescher­ming, precies zoals een kindje met zijn papa! Dat bewerkt de Heilige Geest in onze harten: Hij geeft ons het gevoel van kindjes in de armen van onze papa. Zo begrijpen we dat ontzag voor God in ons de vorm aanneemt van volg­zaam­heid, van erkente­lijk­heid en van lofprij­zing en zo ons hart vervult van hoop. Vaak slagen we er niet in de bedoeling van God te verstaan en stellen we vast dat we er op eigen kracht niet in slagen het geluk en het eeuwig leven te bereiken. Het is precies bij de erva­ring van onze grenzen en onze armoede dat de Geest ons moed inspreekt en ons doet zien dat het enig be­lang­rijke erin bestaat ons door Jezus in de armen van zijn Vader te laten voeren.

Daarom hebben we grote nood aan deze gave van de Heilige Geest. Ontzag voor God doet ons verstaan dat alles genade is en dat onze ware sterkte alleen in de navol­ging van Jezus bestaat en in het aanvoelen dat de Vader zijn goed­heid en barm­har­tig­heid over ons kan uitstorten. Het hart openen zodat de goed­heid en barm­har­tig­heid van God tot ons komen. Dat bewerkt de Heilige Geest bij middel van de gave van ontzag voor God: Hij opent de harten zodat de ver­gif­fe­nis, de barm­har­tig­heid, de goed­heid en de liefko­zingen van de Vader ons bereiken, want we zijn kin­de­ren die onein­dig bemind wor­den.

Wanneer we doordrongen zijn van ontzag voor God, zijn we geneigd de Heer met nede­rig­heid, volg­zaam­heid en ge­hoor­zaam­heid te volgen. Niet met een hou­ding van on­der­wer­ping, passief, zelfs klagend, maar met de verba­zing en de vreugde van een kind dat zich door de Vader geholpen en bemind weet. Ontzag voor God maakt van ons geen angs­tige Chris­te­nen die het opgeven, maar het wekt moed en kracht in ons! Het is en gave die ons tot overtuigde en en­thou­siaste Chris­te­nen maakt, niet door angst aan de Heer onder­wor­pen, maar ontroerd en gewonnen door zijn liefde! Door Gods liefde veroverd! Dat is iets zeer mooi. Ons laten veroveren door de liefde van papa die ons intens, met heel zijn hart, bemint. 

Maar, laten we oppassen, want de gave van God, de gave van ontzag voor God, is ook een alarmsig­naal ten aanzien van de hardnekkig­heid van de zonde. Wanneer iemand slecht leeft, wanneer men God vervloekt, wanneer men anderen uitbuit, wanneer men anderen tiranniseert, wanneer men alleen voor het geld leeft, alleen voor eigenwaan, macht, trots leeft, dan luidt het heilige ontzag voor God de alarmklok: Pas op! Met al die macht, met al dat geld, met al je trots, met al je eigenwaan, zul je niet gelukkig wor­den. Niemand zal het geld, de macht, de eigenwaan of de trots naar de over­kant mee­ne­men. Niets! Alleen de liefde van God Vader, de liefko­zingen van God, aanvaard en ont­van­gen met liefde, kunnen we mee­ne­men. En ook wat we voor anderen gedaan hebben, kunnen we mee­ne­men. Hoed je er dus voor je hoop te stellen op geld, op trots, op macht, op eigenwaan want dat alles kan ons niets goeds beloven! Ik denk bij­voor­beeld aan mensen die over andere gezag uit­oefe­nen en zich laten omkopen; denken jullie echt dat iemand die zich laat omkopen aan de overzijde gelukkig zal zijn? Neen, want de vrucht van zijn corruptie is een bedorven hart en hij zal het moei­lijk hebben om naar de Heer te gaan. Ik denk aan zij die leven van mensen­handel en van slavenarbeid: denken jullie dat mensen die mensen verhan­de­len en mensen door slavenarbeid uit­bui­ten, de liefde van God in hun hart dragen? Neen, zij hebben geen ontzag voor God en zijn niet gelukkig. Ze zijn het niet. Ik denk aan hen die wapens produceren om oorlogen aan te wakkeren; wat een beroep is dat. Als ik nu de vraag zou stellen: wie van jullie produ­ceert wapens? Zou het ant­woord zijn: niemand, niemand. Wapenproducenten komen niet naar het Woord van God luis­te­ren! Zij produceren dood, zijn handelaren van de dood en maken van de dood een handels­waar. Dat het ontzag voor God hen doet begrijpen dat alles ooit ein­digt en dat ze aan God reken­schap zullen moeten geven. 

Geliefde vrien­den, psalm 34 leert ons als volgt bid­den: “Deze arme mens riep, en de Heer gaf gehoor, Hij heeft mij bevrijd uit al mijn noden. De engel van de Heer zet wacht­posten uit rond degenen die Hem vrezen: zo brengt Hij red­ding” (Ps. 34, 7-8). Vragen we aan de Heer de genade om onze stem te voegen bij die van de armen om de gave van ontzag voor God te ver­krij­gen en ons, samen met hen, te kunnen zien als bekleed met de barm­har­tig­heid en met de liefde van God, die onze Vader is, onze papa. Het zij zo.