Feest van H. Benedictus
abt, patroon van Europa

11 juli viert de kerk het feest van de Heilige Benedictus. Wie was deze heilige?
Benedictus werd ca 480 te Nursia in het Italiaanse Umbrië geboren. Hij was van adellijke afkomst. Na zijn studies te Rome leidde hij drie jaar lang het leven van een woestijnmonnik in de eenzaamheid van een grot te Subiaco ten oosten van Rome. Vervolgens kwam hij aan het hoofd te staan van een naburig klooster: Vicovaro. Maar na een verijdelde vergiftigingspoging door de monniken daar keerde hij naar Subiaco terug. Daar legde hij de basis voor een aantal kloostergemeenschappen, die op de leest van zijn idealen waren geschoeid.
Benedictus schreef zijn regel, waaruit de aanbeveling Ora et Labora (= Bid en Werk) wereldberoemd is geworden. Vooral dat 'werk' was in die tijd een doorbraak. lmmers werk was voorbehouden aan de laagstgeplaatsten in de maatschappij: aan slaven en lijfeigenen. Adel en geestelijkheid werkten niet. Wanneer nu Benedictus niet alleen studie, maar ook werk voorschrijft naast gebed, vraagt hij daarmee van zijn monniken een houding van de minste der mensen; zij waren vaak van adellijke afkomst en voor hen was werken beneden hun rang en waardigheid. Tegelijk zou je achteraf kunnen opmerken, dat 'werk' sindsdien een steeds hoger maatschappelijke waarde is geworden!
Overal in Europa zouden zich de komende eeuwen volgelingen van Benedictus vestigen, en door hun werk kunst en cultuur bevorderen. (In Noord-Nederland hebben zij dijken aangelegd en landbouwgebieden aan het water onttrokken; alsmede bos- en wildgebied ontgonnen). Kloostergemeenschappen die niet op Benedictus teruggingen, maar bv. op Ierse abten, verruilden vaak in de loop der tijden hun meestal veel rigoureuzer regel voor die van Benedictus. Diens regel blijkt in de praktijk het best het evenwicht te bewaren tussen theorie en praktijk; tussen zelfheiliging en naastenliefde, tussen aktiviteit en contemplatie; tussen praktisch organisatievermogen en wijsheid.
In 1964 benoemde paus Paulus VI hem tot patroon van Europa. Paus Pius XII had hem in 1957 reeds uitgeroepen tot patroon van de grotten- en holenonderzoekers.
Daarnaast wordt hij van oudsher aangeroepen door koperslagers en kopergieters. Dat gaat terug op de legende dat er bij de bouw van Monte Cassino een vuurspuwend afgodenbeeld opgegraven werd; op een gebed van de heilige hield het op. Vandaar dat koperslagers en met vuur werkende kopergieters hem als patroon kozen.
Op grond van de gebeurtenissen in zijn leven werd hij patroon tegen vergiftiging en tovenarij.
Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen nierstenen. Dat komt, omdat keizer Hendrik niet wilde geloven dat Monte Cassino relieken van de heilige bezat. Daarop verscheen Benedictus aan de keizer, terwijl deze verging van de pijn vanwege nierstenen. Hij bevestigde dat de monniken inderdaad relieken van hem hadden en beloofde dat de keizer van zijn pijnlijke kwaal te genezen: hij hoefde alleen maar op te staan; dan zou hij drie nierstenen vinden. Dat was dan meteen het bewijs dat er inderdaad relieken waren. De keizer stond op en was inderdaad van dat moment verlost van zijn kwaal.
Daarnaast wordt zijn voorspraak ingeroepen tegen lepra, gordelroos en ontstekingen. Ooit genas hij een kind dat door de lepra was aangetast.
Ook wordt hij aangeroepen tegen koorts, omdat hijzelf op de door hem voorspelde dag aan een koortsaanval stierf.
Na zijn dood verscheen hij, omringd door de een menigte broeders die liturgische gezangen zongen, aan een stervende broeder. Hij beloofde de broeder hem daarheen te geleiden waar hijzelf ook was. Later zou de heilige Geertruida van hem zeggen dat hij in het uur van de dood een "wal was tegen de valstrikken van de duivel". Zo werd hij ook patroon van de stervenden.
Vanwege zijn aandacht voor kinderen en leren werd hij daarnaast patroon van schoolkinderen.
Hij wordt vaak afgebeeld als abt (soms met puntmuts, vaak met staf); gekleed in het zwarte Benedictijner habijt; met een raaf die een stuk brood in zijn bek heeft (volgens de legende zou het een raaf geweest zijn die het vergiftigde brood dat voor hem bestemd was, bij hem weghaalde); dikwijls ook met zijn heilige zus Scholastica; een enkele keer met een doornstruik (volgens zijn levensbeschrijving zou hij op een moment dat hij sterk werd bekoord tegen de onkuisheid zich naakt in een doornstruik hebben rondgewenteld om zo de bekoring eens en voorgoed de baas te zijn: wat ook inderdaad gebeurde: het hielp!).
Weerspreuk(en)
'Met zuidenwind op Sinte-Benooi,
valt het jaar in een goede plooi.'